Vier regio’s starten lerende aanpak voor microchip-talent

21-11-2024

Overheid #Nieuws

Mbo-instellingen, hogescholen en universiteiten, verspreid over het land gaan de slag om nog meer mensen op te leiden voor de microchipsector. Met het Nationaal Versterkingsplan, onderdeel van project Beethoven, investeert het kabinet de komende twee jaar 80,9 miljoen euro. In 2025 starten de regio’s Brainport, Twente, Delft en Groningen met het opleiden van technisch talent voor deze sector. 

De plannen van de regio’s moeten samen 33.000 geschoolde technici opleveren. De regio’s hebben innovatieve oplossingen aangedragen voor het opleiden en behouden van talent, waaronder vernieuwende onderwijsmethoden, internationale wervingscampagnes en samenwerking tussen onderwijsinstellingen. Het bedrijfsleven speelt met een cofinanciering van 310 miljoen euro een belangrijke rol.

De regiegroep, onder leiding van Hans de Jong, voormalig president van Philips Benelux, heeft het kabinet geadviseerd. Deze middelen die beschikbaar zijn gesteld zijn bedoeld om de instroom van studenten in voor de microchipsector relevante opleidingen (mbo, hbo en wo) te verhogen. Daarnaast richt een ander deel van het advies zich op plannen rondom ‘Leven Lang Ontwikkelen’ (LLO). Voor 2025 en 2026 is hiervoor een budget van €30,6 miljoen gereserveerd. Het kabinet verwacht begin 2025 een verdere uitwerking van de LLO-plannen en zal, op basis van tussentijdse evaluaties, aanvullende middelen toekennen.

Pieter Moerman (co-founder Katapult) benadrukt het belang van deze aanpak: “We zijn hartstikke blij met dit advies om de regio’s via een lerende aanpak gefaseerd verder te brengen. Een dergelijke investering is cruciaal voor de microchipsector, maar ook voor andere technische sectoren en dus voor de internationale concurrentiepositie van Nederland.”

Er is gekozen voor een lerende aanpak om op die manier gefaseerde toekenningen te doen naar de regio’s. Het Platform Talent voor Technologie (PTvT) heeft daarbij een ondersteunende rol. Monitoren, evalueren en tijdig bijsturen staan daarbij centraal, zodat de uitkomsten kunnen worden gebruikt bij de volgende fase. Deze onderdelen sluiten goed aan op bestaande instrumenten zoals de Monitor Techniekpact en de aanpak rondom het Groeifondsprogramma opschalen publiek-private samenwerking.