‘Hoera, het systeem is stuk’
#Publicatie #Expeditie
Kees Klomp is oprichter van Karmanomics en (mede-)auteur van meerdere boeken, waaronder ‘Pioniers van de nieuwe welvaart’. Hij noemt zichzelf ‘aanjager van de betekeniseconomie beweging in Nederland’. We praten met hem over geld, geluk, zijn visie op de economische transformatie die ons de komende tijd staat te wachten en de nieuwe rol voor het bedrijfsleven en het onderwijs.
‘De kortst mogelijke samenvatting van wat ik nu zie gebeuren is: ‘Hoera, het systeem is stuk’. Ik denk dat we momenteel de nadagen meemaken van een economisch paradigma dat louter gebaseerd is op het nastreven van welvaart. Dat werkt niet meer. We hebben lang gedacht dat economische groei alles in zich heeft om welzijn te ervaren. We beginnen nu te beseffen dat dit maar ten dele waar is. Het gaat ook gepaard met kosten. Zoals het verlies van biodiversiteit, klimaatverandering en sociale ongelijkheid. Moeder aarde is het afvalputje geworden van de economie. Er worden enorme ecologische kosten gemaakt die op de planeet worden afgewenteld in de illusie dat we ze niet hoeven te betalen.’
Kees legt uit waarom we alsmaar rijker zijn geworden, maar toch niet gelukkiger.
‘Omdat we maar één universele waardetaal hebben en dat is geld. Het is de enige manier waarop we dingen kunnen duiden, zoals de waarde van een bedrijf. Het vervelende is dat we dat niet kunnen voor andere zaken die een bedrijf ook zijn: een bron van welbevinden, zingeving, persoonlijke ontwikkeling enzovoort. We denken dat geld gelijk is aan geluk en dat is een grote misvatting.’
Dit gaat allemaal veranderen in de betekeniseconomie, een nieuwe beweging waar Kees zich dagelijks mee bezig houdt. We vragen hem wat het precies inhoudt.
‘De betekeniseconomie is een ontwikkeling waarin we steeds nadrukkelijker een nieuwe waardetaal ontwikkelen. Onze behoefte aan zingeving zorgt ervoor dat dit de primaire waardeactiviteit in onze economie wordt. Ethiek is hierin de motor. De bedrijven die maatschappelijk het meeste te betekenen hebben zijn de bedrijven die we steeds meer gaan waarderen. De bedrijven die de wereld achteruit helpen gaan het verliezen. We gaan ze niet alleen onaantrekkelijk vinden, maar ook onacceptabel.’
Dit heeft niet alleen gevolgen voor de buitenzijde van bedrijven, waar de consumenten kiezen met hun portemonnee. ‘Een grote misvatting’ volgens Kees.
‘Aan de binnenkant van bedrijven vindt een veel grotere revolutie plaats. De bedrijven die slechte verhalen hebben vinden gewoon geen goede mensen meer. En die ontwikkeling is veel radicaler. Jonge talentvolle mensen willen niet werken bij een bedrijf om meer geld te verdienen en status te krijgen, maar willen onderdeel worden van de oplossing. Ze willen een positieve invloed uitoefenen op de wereld en het bedrijf daarvoor gebruiken. En dat zorgt ervoor dat bedrijven aan de binnenkant razendsnel aan het veranderen zijn.’
Deze transformatie van de economie vindt nog te weinig haar weg naar het onderwijs.. Terwijl daar de werknemers van de toekomst zitten.
Neem nou twee van de belangrijkste banen- en inkomenmotoren van de Nederlandse economie: Rotterdam havenbedrijf en Schiphol. Beide zijn volstrekt onhoudbare industrieën in de nieuwe realiteit. Het is te makkelijk om te zeggen dat ze moeten ophouden te bestaan. Dat betekent dat er enorme hoeveelheden mensen op straat komen. Een economische ramp. We zullen die industrieën moeten transformeren. En dan kom je heel dicht tegen onderwijs aan. Het gaat niet zozeer over de mensen die er nu werken, maar de mensen die er in de toekomst komen te werken. Alle banen gaan ingrijpend beïnvloed worden door wat er zich in de wereld afspeelt. Daar ligt een belangrijke taak voor het onderwijs.
We vragen Kees hoe hij denkt dat het onderwijs deze taak kan invullen.
‘Dat begint door studenten meer en breder na te laten denken over wat de maatschappij is. Wat is de rol van economische groei en wat is de waarde van een bedrijf? Willen we kinderen leren dat ecologie boven economie gaat dan zullen we ze eerst moeten uitleggen wat ecologie is en ook wat economie is. Wat de verhouding is tussen die twee en welke invloed je daarop uit kunt oefenen.’
Het MKB is de motor van de Nederlandse economie en de plek waar we volgens Kees nu het hardst een verandering kunnen bereiken.
‘Omdat het over hele praktische dingen gaat. Veel van de bedrijven die onderdeel zijn van de economische transitie zijn hele gewone bedrijven waar dingen worden gemaakt. Dat is een enorme kans voor het mbo. Door anders na te denken over zaken als sourcing, circulair denken, verspilling enzovoort. Het is heel concreet en tastbaar en dat is precies waar het mbo over gaat.’